Het is bij mijn huidige werkgever, OPO-R, bekend dat ik ga vertrekken, dat lucht op. Tegelijkertijd betekent dat iedereen vraagt: Wat ga je doen? Floreren zeg ik dan. Maar kritisch en geïnteresseerd als mijn omgeving is, is dat antwoord zelden voldoende. Ja leuk, maar hoe dan?
Dat ben ik aan het uitvinden. Zoals op de eerste pagina te lezen is, heb ik nog wel in beeld waar mijn kriebel of kwispel zit. Dat heb ik een leven lang al. Kinderen in mijn klas, of soms zelfs de hele klas, die net niet lekker in hun vel zitten. Een volleybalteam dat niet goed draait. Een bevriende eigenaar van een kinderdagverblijf die steeds tegen hetzelfde probleem aanloopt.
In mijn werk als bestuurder zijn de onderwerpen die daarover gaan ook de krenten in de pap. Nieuwe schoolplannen en missie-visie dagen op de scholen om te kijken wie je bent en wat je dan wilt. Haal- en Brengdagen waarbij de hele organisatie bij elkaar op schoolbezoek gaat. Directeuren die door intervisie elkaar helpen te groeien in hun vak. Trajecten waar ik van kan smullen. Maar ook trajecten waar ik als bestuurder op gepaste afstand moet blijven. En dus de vloer aan anderen laat, waaronder diverse externen. En toen dacht ik: als ik nou eens die externe word.
Dat is wat ik wil gaan doen. En dat is waar ik nu mee bezig ben. Dat uitvinden, uitwerken, toespitsen en duidelijk maken. Wat kan ik dan doen voor het onderwijs?
Het is spannend, ik weet wat ik los laat en niet wat ik terugkrijg. Het is fantastisch, als je alles loslaat heb je twee handen vrij. Het is overweldigend, de wereld die voor je open gaat als je uit het gebaande pad stapt. En ik ga floreren, ik ga mezelf opnieuw uitvinden en nu al, terwijl ik in de marge wat aan het opbouwen ben, merk ik groei, ontwikkeling en heel veel nieuwe ideeën.
Het zaadje is ontkiemd, het floreren gaat beginnen.
floris